19 APRIL 2020 - DE DOOD DIE DE OPSTANDING BEHAALT
PASEN
(Johannes 1, 1-17)
Ik kan me niet voor de geest halen wanneer God Zich meer voor de mens verootmoedigde: toen Hij Zichzelf aan het kruis nagelde, of toen Hij afdaalde van Zijn goddelijke heerlijkheid en het lichaam van de armzalige menselijke natuur aannam.
Door Zich tot mens te maken is Hij vleesgeworden, met al de bijbehorende neigingen van dien. Maar Jezus luisterde naar geen enkele. De zinnelijke neiging werd overwonnen, teneinde ook door ons te worden overwonnen. In het leven vindt dit plaats door de voortdurende loochening van onszelf: door ons dagelijks kruis.
Door de dood aan het kruis wordt het lichaam gezuiverd en wordt het een uiting en een rechtstreeks instrument van de goddelijke Geest, en wordt het een waar geestelijk lichaam van de verrezen God-Mens.
Op dezelfde wijze bidden wij tot God om ons leven te reinigen van bezoedeling. Hij stuurt ons elke dag een kruisiging, een week van passies, een leven aan het kruis, en wij, die in onze onwetendheid de wegen van God niet kennen, bidden nog vuriger zodat wij aan het kruis kunnen ontsnappen. Jezus deed dit niet; wij moeten dit ook niet doen.
Je zou kunnen zeggen dat Jezus aan het kruis is geboren.
Jezus’ hele leven was zo. En vanaf het zwaarste kruis: de dood, baande de grootste overwinning zich een weg: de opstanding of het doden van de dood. Want Jezus had hem tijdens het leven overwonnen; en met Zijn vrijwillige dood, heeft Hij hem voor de gehele mensheid overwonnen; van het begin tot het einde van de wereld.
Met de opstanding van Jezus hebben we de waarborg dat ook wij, net als Jezus, zullen opstaan, want Hij is de aanvanger, voor ons in alles.
Niemand anders heeft ons een andere, sterkere getuigenis van onze eeuwigheid gegeven.
Het christendom is gegrondvest en steunt op zijn Grondlegger: op Zijn opstanding uit de dood, het laatste woord.
De dood en de opstanding staan heel dicht bij elkaar. Velen geloven dat met het graf alles tot een einde komt. Maar de christen schrijft op het kruis bij zijn graf: "Ik verwacht de opstanding van de doden."
De gelovige vreest de dood niet, omdat Jezus die teniet heeft gedaan. Jezus veranderde de betekenis ervan door de significantie om te draaien. Nu is de dood voor de gelovige zijn laatste doop; de laatste reiniging van het leven.
Zie, hoeveel opstanding is er in ons dagelijks kruis? Hoeveel opstanding is er in de week van onze passies, dus ons hele leven?
Dus leiden ons leven in Christus, en in ons het leven van Jezus, ons van beeld naar gelijkenis, vanaf het begin tot aan het eind.
En om naar Christus te leven is om op te staan uit de dood!
Glorie aan uw verrijzenis; het begin van onze verrijzenis.
Fragment uit: Vader Arsenie Boca - "Levende woorden", Uitgeverij Charisma, Deva, 2006, pp. 79-82.