26 APRIL 2020 – DE ZONDAG VAN THOMAS

Johannes 20:19-31

 

Al tweeduizend jaar trekken we met THOMAS hand in hand door de wereld en weten we niet goed waarom hij De Tweeling genoemd werd; en te laat beseffen we dat we uit hetzelfde hout gesneden zijn. Broeder in het ongeloof en twijfel, in angst en verwachting, in beven en knielen; hij blijft onze voortdurende obsessie en de belichaming van ons onvermogen om meteen en zonder twijfel de Vreugde te aanvaarden.

Er speelt zich binnen Thomas’ ziel niet alleen een drama van de Passies af, maar tegelijkertijd ook – zelfs krachtiger – een van de Opstanding. Voor Thomas voltrekt zich alles in drie stappen: hij komt erachter, kan het niet geloven; hij ziet en twijfelt nog; hij verslaat zichzelf en overwint.

De nuances zijn veelzeggend. Thomas is niet structureel ongelovig, maar verkeert eerder in de hoedanigheid van de man die uitroept: ‘het is te mooi om waar te zijn!’ Hij is niet versteend geraakt, zoals bijvoorbeeld Judas. […] Het verschijnsel van de Opstanding komt hem kolossaal voor. Misschien is hij de enige van de discipelen die de kosmische implicaties ervan aanvoelt. Thomas weet dat de waarheid zelve moet bestaan, maar hij smeekt haar om voor hem een zekerheid te worden, dat wil zeggen: de waarheid voor hem persoonlijk. […]

Thomas ziet de Heer. En toch twijfelt hij aan Zijn waarheid. Hij vertrouwt zijn eigen gezichtsvermogen niet. Hij weet wat een visioen, een hallucinatie, gezichtsbedrog en massamanipulatie kunnen zijn. Hij voorzag de doodlopende weg, hij was er klaar voor. Hij was ook niet de eerste twijfelaar. […] Thomas bevond zich voor Jezus, gebukt onder de diep menselijke last van alle twijfels van het Oude en Nieuwe Testament. Twijfel zit halverwege tussen geloof en ongeloof en kan naar óf het ene óf het andere leiden. […] Thomas is enkel een ongelovige omdat hij, achtervolgd door twijfel, de roekeloosheid heeft om te vragen om een tastbaar wonder. Hij kent het pure geloof niet en heeft nog niet geleerd dat het demonstratieve wonder Gods laag-bij-de-grondse argument is voor mindere geesten. […] Maar de Heer kent Thomas beter, en voordat hij zijn verzoek heeft uitgesproken, spreidt Hij zijn handpalmen naar hem uit, keert hem de wonden van spijkers en de wonden van speren toe, en...

Hier is het wonder! Er wordt ons niet verteld dat Thomas gekomen was om de wonden van de Heer met zijn vingers aan te raken. Alleen al het gebaar van Jezus om Zich op een tastbare manier aan hem te onderwerpen neemt bij Thomas de twijfel weg en doet hem op zijn knieën zakken. Hij kan niet buigen naar het niveau van de mindere geest. Hij is een innerlijke overwinnaar: de wonden van de Heer zijn ook die van Thomas, en ook de Heer is van Thomas.

Een deel van de wereld blijft om wonderen vragen. Maar wij, degenen van de Zondag van Thomas, weten dat het Wonder elke dag met ons is, al naar gelang hoe wij eraan twijfelen en ervoor openstaan.

 

Bron: www.crestinortodox.ro

 

Gastenboek

Laat een bericht achter in ons gastenboek!

gastenboek

Ga naar boven