28 MAART 2021 - GENEZING EN VERGEVING.

(Markus 2:1-12)

Zo zijn de mensen: ze zoeken alleen naar God als ze in de problemen zitten – áls ze al naar Hem zoeken, want weer andere mensen die in de problemen zitten schelden Hem uit en zinken dieper weg en raken dieper in de problemen – totdat de problemen hun de nekken doen buigen en ook zij God gaan zoeken.

De situatie is als volgt: mensen bidden tot God om uit de problemen gered te worden, en God vraagt ​​de mensen de zonden af te leggen. Wat vindt u: wie moet het eerst naar wie luisteren; God naar de mensen of mensen naar God?

(…)

In het Evangelie van vandaag koesterde Jezus de liefde van degenen die de verlamde door het dak van het huis naar Hem brachten en voelde Hij mededogen voor diens leed. Maar eerst vergaf Hij hem zijn zonden, waarna Hij zijn zenuwen weer tot leven wekte. Omdat Hij God is, kan Hij ook mensen ​​uit de dood opwekken.

(…)

Buitengewoon is echter dat Jezus de priesters de gave verleende tot de vergeving van zonde, en soms zelfs tot wonderlijke genezing.

(…)

Maar de priester kan geen vergiffenis van zonden schenken als je niet uit eigen wil komt biechten en je niet afziet van herhaling van zonden.

(…)

Het christendom is ook een kwestie van herstel van de eigen wil.

Fragmenten uit: Vader Arsenie Boca - "Levende woorden", Uitgeverij Charisma, Deva, 2006, pp. 55-59.

Markus 2:1-12

2:1 En na enkele dagen kwam Hij opnieuw in Kapernaüm; en men hoorde dat Hij thuis was.

2:2 En meteen verzamelden zich daar velen, zodat zelfs de ruimte bij de deur hen niet meer kon bevatten; en Hij sprak het Woord tot hen.

2:3 Er kwamen ook enigen naar Hem toe die een verlamde brachten, door vier mannen gedragen.

2:4 En omdat zij niet bij Hem konden komen vanwege de menigte, verwijderden zij de dakbedekking boven de plaats waar Hij was; en nadat zij het dak opengebroken hadden, lieten zij de ligmat waarop de verlamde lag, neer.

2:5 En toen Jezus hun geloof zag, zei Hij tegen de verlamde: Zoon, uw zonden zijn u vergeven.

2:6 En er zaten daar enigen van de schriftgeleerden, en die overlegden in hun hart:

2:7 Waarom spreekt Deze op die manier godslasteringen? Wie kan zonden vergeven dan God alleen?

2:8 En Jezus, Die meteen in Zijn geest onderkende dat zij zo bij zichzelf overlegden, zei tegen hen: Waarom overlegt u deze dingen in uw hart?

2:9 Wat is gemakkelijker, tegen de verlamde te zeggen: De zonden zijn u vergeven, of te zeggen: Sta op, neem uw ligmat op en ga lopen?

2:10 Maar opdat u zult weten dat de Zoon des mensen macht heeft op de aarde zonden te vergeven (zei Hij tegen de verlamde):

2:11 Ik zeg u: Sta op, neem uw ligmat op en ga naar uw huis.

2:12 En hij stond meteen op, en nadat hij de ligmat opgenomen had, ging hij voor het oog van allen naar buiten, zodat zij allen buiten zichzelf waren en God verheerlijkten en zeiden: Wij hebben nog nooit zoiets gezien!

 

Gastenboek

Laat een bericht achter in ons gastenboek!

gastenboek

Ga naar boven