Gods Mysterie blijft ons aanspreken en oproepen: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie Mijn woord hoort en Hem gelooft, Die Mij gezonden heeft, heeft Eeuwig Leven en komt niet in het oordeel, want hij is overgegaan van de dood in het leven.”1  Ziel van God, beslis en richt u op het Woord van uw Vader! Toen onze Heiland Zijn Leerlingen uitzond om het Hemelse Koninkrijk te prediken, gaf Hij hen onder andere ook deze opdracht mee: “Wekt doden op.”2  Priesters voeren vandaag nog steeds deze opdracht uit, ze zijn immers de leerlingen en opvolgers van de Apostolische Heiligen. God heeft niets om onze dode lichamen, maar hij wordt erg ontroerd en ten diepste bewogen door onze dode zielen. God wordt verdrietig door mensen, die slechts Christenen in naam zijn, maar niet in levenshouding, want zij zijn geestelijk dood.

Voor de uiteindelijke verrijzenis uit de doden moet elke mens tijdens zijn aardse leven opstaan uit zijn geestelijke dood. Elke mens moet Christus, de Gekruisigde, in zichzelf herontdekken. Hij moet het Goddelijk Fundament worden, de Hoeksteen van ons geestelijk leven. Christus moet in ons leven groeien. “Dit is de eerste opstanding. Zalig en heilig is hij, die deel heeft aan de eerste opstanding. Over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn en zij zullen met Hem als koningen heersen, duizend jaren.”“Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: De ure komt en is nu, dat de doden naar de stem van de Zoon van God zullen horen en die haar horen, zullen leven.”4

Het is duidelijk dat wij hier spreken over hen, die menen te leven, omdat zij een naam hebben gekregen bij hun geboorte. Zij zijn echter geestelijk dood, zolang zij niet uit deze dood opstaan. Deze opstanding is niet de opstanding bij het Laatste Oordeel, wanneer alle mensen zullen opstaan uit de dood. Wie geestelijk dood is, moet Christus in zichzelf ontdekken door te luisteren naar Christus’ Stem, Gods Woord, die door de priesters van Zijn Kerk iedereen oproept tot opstanding en verrijzenis.

“Het Boek van Christus” schrijven is een onmogelijke taak, want Hij alleen heeft Zijn Goddelijke Oorsprong en Natuur niet verraden of verloren. “Het Leven van God” schrijven is een ijdele droom, het aandurven alleen al een dwaas en onrealiseerbaar idee. Het enige boek dat wij kunnen schrijven (en dat wij ook werkelijk schrijven, of wij het willen of niet) is het boek van ons leven. Dàt boek biedt elke mens aan God aan. Niet alleen op het einde van zijn aardse leven, maar elke minuut van elk uur van elke dag van ons leven. God is immers alomtegenwoordig. Hij leest onze eerste aantekeningen en plaatst opmerkingen naast de kantlijn, in de marge: Hij verwacht dat we meer van Zijn Leven in ons leven vertellen. Daarom veranderen we ook onze wensen en plannen doorheen de jaren. Weer een opmerking, een aanduiding voor onderweg. Even een omweg of een andere route, ginds staat een wegwijzer. En soms ontmoeten we Hem in een medemens. Ergens, onverwacht en onvermoed, op een kruis-punt.

“Want in Hem leven wij, bewegen wij ons en zijn wij…”5

(Handtekening Vader Arsenie)

Vader Arsenie
Sinaia, 3 oktober 1985

  .

Jo. 5,24
Mat. 10,8
Openb. 20,6
Jo. 5,25
Hand. 17,28

Gastenboek

Laat een bericht achter in ons gastenboek!

gastenboek

Ga naar boven