God vergeeft ons snel, maar de mens is vergeetachtig en gemakkelijk te beïnvloeden. Daarom moeten wij onze innerlijke vrede met God bewaken en bewaren door biechten en bidden. Sommigen moeten hun gewoonte tot zondigen levenslang bevechten, maar deze tijd van beproeving versterkt onze geestelijke gezondheid en leert ons niet terug te keren en af te glijden naar het beginpunt, maar door te gaan. Deze tijd van beproeving leert ons het best het pad van God.

Vergeten wij hierbij niet dat de moeite en de beproeving van een berouwvolle zondaar verschillen van deze van een halsstarrige zondaar. De eerste is verlicht en rustig, hij herwint zijn onschuld. De tweede is verduisterd en koppig, hij stapelt zijn schulden op. De eerste is gehoorzaam aan zijn biechtvader en ondergaat daarom geduldig de beproevingen. De tweede is niet tot luisteren bereid en maakt zijn genezing onmogelijk.

God kent de ondeugden van de menselijke natuur. Daarom waarschuwt Hij David bij monde van Zijn profeet en schenkt Hij hem de sleutel voor een vredevol koningschap: “Jij hebt Gods vijanden aangevuurd. Jij, koning, had omwille van je rechtvaardigheid vele vijanden. Je onschuld en matigheid waren jou tot kracht. Omdat jij echter je beste wapen hebt weggeworpen, komen je vijanden in opstand.”1 Op deze wijze werd David door de profeet onderricht en verlicht.

Hoewel David duidelijk had gehoord dat de Heer zijn zonden had vergeven, bleef de koning zijn berouw tonen. In plaats van met het koninklijke, purperen gewaad bekleedde hij zich met een jute zak. Hij zat niet langer op een gouden troon, maar lag op een grond, bezaaid met as, die hij bovendien ook at: “Want ik eet as als brood en vermeng mijn drank met tranen.”2 Zijn hoogste adviseurs verzochten hem brood te eten, maar hij luisterde niet naar hen.3 Zeven dagen lang heeft hij gevast.4

Hoe hoger een mens op de ladder van sociale verantwoordelijkheid staat, hoe intenser de liefde en hoe groter de zorg, die God hem schenkt. Dit illustreert de wijze waarop God David begeleidt door de bitterheid en tragiek van het leven en hem een levensles leert. Hij brengt hem op het pad der beproeving, waardoor David een beter mens wordt. Als hij zijn zonden niet had bekend, dan had het zwaard, dat zijn leven bedreigde, zijn zoon gedood, die in zonde was geboren. De profeet voorzegt de dood van het kind, dat geboren zal worden. Het koninklijke huis en de andere zonen kennen beproeving na beproeving. De koning bestraft een zoon en weigert twee jaar lang elk contact. Deze harde straf voor een prins kent echter een totaal andere uitwerking, dan de koning voor zijn zoon had gehoopt en verwacht. Door zijn wilskracht wint de koningszoon de liefde van het volk. Dit onverhoopte eerbetoon wordt echter het instrument, waarmee de zoon de macht van zijn vader wil vernietigen. Anderzijds zet de duivel de koning ertoe aan zijn bevolking in twee groepen te verdelen: medestanders of tegenstanders, die elkaar bevechten om de troon te behouden of te verwerven. Het gevolg zou een nodeloos bloedvergieten zijn geweest. 

Merk hoe God toestaat dat een verleider als een beproeving de dienaren Gods belaagt om te zien of ze nog eigenliefde en trots bezitten, of ze nog gehecht zijn aan naam en faam, of ze nog door de wereld worden aangetrokken en geboeid. Koning David (of algemeen gesproken, de ziel) was het bloed vergieten moe en wilde niet langer zijn koninklijke trots verdedigen. Hij verkoos zijn troon te ontvluchten. Dat leek hem de beste oplossing en het was de grootste vernedering, die een koning kon treffen. Ditmaal echter is Davids vlucht geen teken van zwakheid. Integendeel, het is een signaal van de hoogste wijsheid. Het aanvaarden van nederigheid is de grootste kracht van een rechtvaardig mens, zoals het streven naar trots het duidelijkste bewijs is van krachteloosheid. David hecht meer waarde aan Gods vergeving dan aan zijn koninklijke positie en besloot om radicaal zijn bekering en ommekeer voort te zetten en niet langer meer in dezelfde zonden te vervallen. Hij vluchtte voor de vervolging van zijn zoon: “David nu besteeg de helling van de Olijfberg en weende onder het voortgaan, het hoofd omhuld (bij de Hebreeuwen is dit een teken van treuren) en barrevoets. En allen die bij hem waren, hadden het hoofd omhuld en trokken al wenende voort.”1

1
2Sam. 15,30

Gastenboek

Laat een bericht achter in ons gastenboek!

gastenboek

Ga naar boven