“Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme dagelijks zijn kruis op en volge Mij.”1 Iemand die zijn vertrouwen niet kan stellen op een priester en dus ook nooit een priester bevraagt of beluistert, kan Christus nooit vinden. Indien zo’n mens, waarvan eigenliefde het hart en ijdelheid de geest reeds heeft vergiftigd, toch op het Pad van God wil blijven, zal hij er enkel bedrog en misleiding vinden. Daarom ook worden geestelijke vaders door God gewijd om de geesten te ziften, die de menselijke gedachten beïnvloeden, de grenzen van elke persoon te kennen en hun geest op God te richten.

Lang geleden sprak Joannes de Profeet aan de Jordaan deze woorden: “Geen mens kan iets aannemen, of het moet uit de Hemel gegeven zijn.”2   Dat is ook wat de duivel ons zegt. Hoe kunnen wij het onderscheid zien? Dat is niet zo moeilijk. Wie waarlijk Gods genade bezit, komt tot een geestelijk vader om raad, terwijl de misleide mens niet om raad vraagt, want hij meent dat hij boven elke genadegave uitstijgt. Hij beseft niet dat hij zonder nederigheid nooit God, maar enkel maar de duivel zal ontmoeten. Zonder vraag naar raad vindt de mens de ingangspoort niet, maar blijft hij maar ronddwalen, tot hij bij rovers en bandieten eindigt. Zelfzucht, ijdelheid en ijver zonder raad overschrijden de norm en leiden tot dwaling.

“Want krachtens de genade die mij geschonken is, zeg ik een ieder onder u: ‘Koestert geen gedachten, hoger dan u voegen, maar gedachten tot bedachtzaamheid, naar de mate van het geloof, dat God elkeen in het bijzonder heeft toebedeeld.”3

Het is Paulus, die deze woorden spreekt, al is hij de man die een overweldigend licht in de lucht zag en de stem van de ware Jezus Christus hoorde, die hem het doel van Zijn onzichtbare verschijning openbaarde. Om Paulus tot nederigheid te brengen, geeft Christus hem de volgende opdracht: “Sta op en reis naar Damascus en daar zal u gezegd worden al hetgeen u opgelegd is om te doen.”4  Christus stuurt de blinde Paulus naar Damascus, waar “Ananias, een godvruchtig man naar de Wet, van wie alle Joden, die daar woonden, een goed getuigenis gaven”5  hem verwelkomde, genas, verlichtte en door het Doopsel wedergeboren liet worden. Nadat deze Paulus intens heeft geleerd en onderricht, nadat hij visioenen en tekens heeft ontvangen, ja zelfs “weggevoerd werd tot in de derde Hemel”6 , gaat hij naar Jeruzalem om er de andere Apostelen te ontmoeten om hen in te lichten over de Boodschap die hij bracht, opdat zijn werk niet vruchteloos en tevergeefs zou zijn. “En ik legde hun het Evangelie voor, dat ik onder de heidenen verkondig, afzonderlijk echter aan hen, opdat ik niet vruchteloos liep of gelopen had.”7   Niet twijfel, maar nederigheid is onze leermeester. Zo heeft God in elk van ons ons levensdoel gelegd en de rol, die wij ten gepaste tijde voor de mensen moeten spelen.

Ephesiërs 4:

11.      En Hij heeft zowel apostelen als profeten gegeven, zowel evangelisten als herders en leraars.

12.      Om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon, tot opbouw van het Lichaam van Christus,

13.      Totdat wij allen de eenheid des Geloofs en der volle kennis van de Zoon Gods bereikt hebben, de mannelijke rijpheid, de maat van de wasdom der volheid van Christus.

14.      Dan zijn wij niet meer onmondig, op en neder, heen en weder geslingerd onder invloed van allerlei wind van leer, door het valse spel der mensen, in hun sluwheid, die tot dwaling verleidt,

15.      Maar dan groeien wij, ons aan de waarheid houdende, in liefde in elk opzicht naar Hem toe, Die het hoofd is, Christus.

Hij verenigt vijandschappen, Hij meet onze gave uit. Hij roept ons op ons werk in de Wijngaard op te nemen. Hij helpt elk van ons persoonlijk, als wij niet laten Hem hiertoe uit te nodigen. Hij verlichten Zijn dienaren om alle landen te wereld naar de vervolmaking te leiden.

Sommigen onder de door God gezondenen hebben de gave om dieper en verder te schouwen in de andere lagen van de geschapen wereld, om bovennatuurlijke woorden en stemmen te horen. Wanneer de tijd aanbreekt om hun taak te vervullen en hun ogen en oren geopend werden om het bovennatuurlijke te zien en te horen, moeten deze uitverkorenen niet aarzelen een priester te raadplegen, die hun hart en geest zal behoeden tegen de aanval van uitzinnige vreugde en hen zal beschermen onder het dak der nederigheid. Indien zij dit weigeren te doen, dan lopen zij een ernstig risico om misleid te worden. Wij weten dat God de gaven en talenten in ons heeft verborgen, maar Satan ziet ze. Als een listige rover wacht hij geduldig af tot een gave of talent zich tijdens ons leven opent. Indien hij deze gave of dit talent niet door nederigheid en een juist en evenwichtig oordeel beschermd vindt, zal hij veel kwaad aanrichten op onze weg naar God.

Bescherm de gaven en talenten die door God geschonken werden. Stel ze in vraag en beproef ze, behoed ze met nederigheid en ga niet achteloos voorbij aan het advies van eenvoudige dienaren Gods. “Hoe groter gij zijt, verneder uzelf des te meer en gij zult bij de Heer genade vinden.”8  Wie zich niet met nederigheid bekleedt, zal een valse Christus zien en de stem van Satan horen, die zich als ‘een misleidende Christus’ zal voordoen. “Er zullen valse profeten en valse profeten opstaan en zij zullen grote tekenen en wonderen doen, zodat zij, ware het mogelijk, ook de uitverkorenen zouden verleiden.”10  Deze valse christussen en valse profeten , waarvoor Christus ons lang geleden waarschuwde, doemen op aan de horizon. Ze doen de allergrootste moeite om door de mensen aanvaard te worden. Ze lopen roepend rond, op markten en pleinen, door de straten en stegen van dorpen en steden, ze zoeken iemand, die hen opmerkt en naar hen luistert. De tijd is nabij dat zij alles kunnen doen, wat zij maar wensen.

Misschien zien wij echter ook de bekering van hen, die bedrogen en misleid werden. Indien ze hun dwaling inzien, kunnen zij zich nog bekeren. Judas echter werd hiervoor niet de tijd gegund.

Om deze redenen leert de Orthodoxe Kerk visioenen te vermijden. Ze beklemtoont dat visoenen geen noodzaak zijn om gered te worden. Vervolmaking in God laat elk bedrog achter zich. De openbaring is volledig en wat wij nog ontbreken, zal bij de Wederkomst des Heren aangevuld worden.

Luc. 9,23
Jo. 3,27
Rom. 12,4
Hand. 22,10
Hand. 22,12
2Cor. 12,2
Gal. 2,2
Wijsheid van Jezus Sirach 3,20
Jo. 13,27


Gastenboek

Laat een bericht achter in ons gastenboek!

gastenboek

Ga naar boven