Er breekt een cruciaal ogenblik aan tijdens deze strijd, nl. het moment waarop de geest de woorden van het onophoudelijk gebed niet langer met geloof en vertrouwen uitspreekt. Dan laat de mens zich verschalken door het lokaas. Dit is de grens tussen de strijd, gestreden volgens Gods Wet, en de verleiding tot het begaan van zonde. De geest, die tot zonde vervalt, geeft zijn toestemming aan de wil van de duivel, van wiens stank nog steeds een invloed uitgaat. De wil gaat slechts tot een beslissing over na goedkeuring van de geest, tenminste in de daden waarin het geweten betrokken wordt. Daarom wordt er gezegd dat mensen in elk besluit over een vrije wil beschikken en dat wij de mogelijkheid hebben om de richting te kiezen, die wij willen uitgaan. De genade van de vrije wil werd door God aan de mensheid gegeven als blijk van grote eerbied. Door deze gave kan de mens zich verheffen tot het niveau van vergoddelijking. De gehele inspanning om de ziel te ontrukken aan de vleselijke hartstochten leidt tot het herwinnen van onze vrijheid als “kinderen Gods”1 en tot zonen van “de Waarheid, Die ons zal vrijmaken”2 , die niet langer leeft in de leugen en “de vader der leugen.”3 Door de gave van de vrije wil groeien wij uit van Gods beeld naar Gods gelijkenis. God daalde af tot de mensheid op aarde om de mens te herstellen door hem te herscheppen tot een nieuwe mens. Daarom blijft Hij bij ons en bij elke generatie en probeert Hij al het mogelijke om onze vrije wil te bevrijden uit de klauwen van de duivel. Wij echter geven ons in ons ongeloof over aan ketenen en boeien, die mettertijd zwaarder lijken te worden.
Liefde legt de vrijheid in een weegschaal. Als onze geest het vreemde lokaas en de misleidende raadgeving verkiest, dan neigt de weegschaal naar de kant van de duivel. Dan scheurt de verdedigingsmuur open en bestormt de vijand, verborgen buiten de stadsmuren, de stad. Ogenblikkelijk laat de gruwel van de verwarring en troosteloosheid zich in de stad van de ziel voelen, die een zonde heeft begaan en deze zonde blijft begaan tot het een gewoonte wordt. Wanneer deze gewoonte zich heeft vastgezet, ontbreekt elke menselijke reactie van het lichaam en de ziel en elke weerstand gebroken wordt. Op die wijze wordt de zonde voor de mens een tweede natuur, waarin van vrije wil geen sprake meer is: “Toen wij in het vlees waren, werkten de zondige hartstochten (…) in onze leden om voor de dood vrucht te dragen.”4 Door het verlies van kracht beseft de mens dat hij slaaf van de demonen geworden is: waar de duivels aanvankelijk klein waren en de mens slechts hebben bespot, zijn ze thans gegroeid. Ze zijn groot en sterk geworden en de mens voelt hoe ze zijn kracht stelen. Omwille van zijn vele zonden bezit hij niet meer de wil om zich tegen de zonde te verzetten en terug te vechten. Toen hij nog in volle kracht was, had hij Gods raad niet nodig. Nu alle kracht uit de mens geweken is, wil hij zijn kracht aan God schenken, maar hij weet niet waar hij zijn kracht vandaan kan halen. Hij schonk al zijn jeugdige energie aan de verkeerde persoon, thans wil hij de kwalen van de ouderdom aan God schenken.
Soms aanvaardt God in Zijn ontferming de gebroken stukken, maar dan moet er bij de mens nog voldoende kracht worden gevonden om een tweede strijd aan te gaan, die veel harder en meedogenlozer is dan de eerste strijd, het is een gevecht op leven en dood. Wanneer de mens ontdekt dat de geest, door een oproep van het geweten, wil rebelleren tegen de innerlijke verslaving aan de zonde, komt de duivel, die zetelt in de hartstochten, in opstand: hij wil de mens uit alle kracht overtuigen dat er geen redding (meer) mogelijk is. Als reactie op ontsnappingspoging van de ziel bestraft de duivel de ziel met een nog wredere strijd, het gevecht tegen de geest der wanhoop. Op dit punt verkeert de ziel tussen leven en dood. Sommigen kunnen ontsnappen, terwijl anderen, meer dood dan levend, de strijd voortzetten. Weer anderen kunnen het lijden niet meer aan en geven zich met een verduisterde geest over aan de zwaarste zonde, zelfmoord. Wie toch overleven, verliezen vaak hun geest ten gevolge van de ondraaglijke pijnen en worden krankzinnig.
Hierbij dient aangestipt dat elke dodelijke hartstocht of passie Gods schepselen tot hopeloosheid of wanhoop kan leiden, waardoor ze zelfmoord plegen, tot krankzinnigheid worden gedreven of zelf een duivel worden. Hoe vaak waren heb-, geld- of machtzucht niet een reden tot zelfmoord? Hoe vaak waren ijdele dromen en overspelige plannen niet de aanzet tot beëindiging van eigen leven? Noch dronkenschap, noch luiheid hebben ooit tot een goed einde geleid…
Waar komen de verwarring en de troosteloosheid vandaan? Ze duiken op op het ogenblik dat de geest zonder God is en dat de duivel zijn hellehaak door de keel van de mens slaat, als een lokaas uit de wereld van ijdelheid en verleiding. De duivel beproeft elke mens door het lokaas van de verleiding, die inspeelt op de sterkste hartstochten en passies van de mens in kwestie. Zo wordt de mens, die zich aangetrokken voelt tot het vleselijke lichaam, bekoord door overspel en de mens die zich aangetrokken voelt tot wetenschap en oppervlakkige kennis, wordt belaagd door ijdele schijnwijsheid. “Waar blijft de wijze? Waar de schriftgeleerde? Waar de redetwijster van deze tijd? Heeft God niet de wijsheid van deze wereld tot dwaasheid gemaakt?”4 Dwaling bracht velen op dwaalsporen, waardoor ze God de rug toekeerden, en slechts weinigen hervonden het rechte pad naar God. Zij die het Woord van God zoeken, worden vaak beproefd en misleid door de duivel, die de Bijbel als lokaas hanteert. In onze dagen zijn velen onderweg naar de Hel, terwijl de Heilige Schrift opengevouwen in hun handen ligt. “Indien zij, aan de bezoekingen der wereld ontvloden door de erkentenis van onze Heer en Heiland Jezus Christus, toch weer erin verstrikt raken en erdoor overmeesterd worden, dan is hun laatste toestand erger dan de eerste.”5 Zij die uit zijn op de pleziertjes van de wereld, zullen nooit de dreiging van gevaar ontlopen, want achter elke pleziertje wacht een slang.
1 Mat. 5,9
2 Jo. 8,32
3 Jo. 8,44
4 1Cor.1,20
5 2Pet. 1,20