Vader Arsenie Boca is geboren op 29 september 1910 van christelijke orthodoxe ouders, Jozef en Creştina, in het dorp Vața de Sus in het Land van Zarand, in het zuiden van Bergen Apuseni, een dorp behorende tot Vața de Jos gemeente.
Zij gaven hun zoon de naam Zian Vălean. Zian, een zeldzame naam, komt waarschijnlijk van Sânzian, geboortedag van Johannes de Doper, gevierd op 24 juni.
Joseph Boca, geboren op 24 februari 1881 in Brad, van ouders Peter en Theodora Boca, uitoefende het beroep van schoenmaker. Creştina, geboren in Vața de Sus op 30 oktober 1892, van de ouders Gligor Popa en Păscuța Mariş, was een huisvrouw. In de burgerlijke stand van de gemeente Vața, het huwelijk van Joseph en Creştina staat vermeld op 7 november 1909. Ze woonden in Bujoara, een bergdorpje van Vața de Sus, waar zijn grootvader van moederszijde, Gligor Popa had het huis.
Over zijn vader, Vader Arsenie herinnerde eraan dat hij naar Amerika ging en ontbrak tijdens de periode toen zijn moeder was zwanger van hem (...). Haar zorg was vooral het gebed aan de Moeder Gods, voor de icoon in hun huis, zeer geliefd bij Zian.
Hoe lang Joseph Boca bleef in Amerika om een paar dollars te verdienen, net als vele Roemenen uit Transylvanië weten we niet. Maar ongetwijfeld is niet zo lang gebleven. In 1913 werd zusje Viorela Minca geboren, een meisje die in hetzelfde jaar overleed. Haar graf bevindt zich in de kerk van het dorp, aan de rechterkant, achter de lessenaar voor koorzangers. De kindertijd zou Zian doorgebracht hebben net als alle kinderen in het land op dat moment. Er waren geen speelgoed, geen radio, geen televisie of computer.
De basisschool heeft vader in zijn dorp gemaakt en de middelbare school heeft gemaakt in de stad Brad, district Hunedoara. Acht jaar was hij leerling van de Nationale Orthodoxe School “Avram Iancu” Brad.
Orthodoxe National Lyceum “Avram Iancu” in Brad, werd opgericht in 1869 op aandringen van Andrei Şaguna, Metropoliet van Transylvanië, waar hij in 1870 gaf het bedrag van 2000 gulden, belangrijk bedrag voor die tijd. Eerst was een Orthodoxe middenschool van vier klassen, dan middelbare school (lyceum) van acht klassen.
Andrei Şaguna werd heilig verklaard in 29 oktober 2011.
In 1945 Vader Arsenie schreef dat hij zijn vader verloor toen hij in de bovenste middelbare school was. Dat betekent dat Boca Joseph overleed in 1925. Aan de andere kant, in een andere verklaring, geschreven in juni 1948, toen hij werd gearresteerd in Făgăras, vader beweert dat zijn vader stierf in 1920. Het is mogelijk dat door de terreur van veiligheidsonderzoeken zou hij vergissen van het jaar.
Uit de informaties van Mihuţ Iovu, zoon van het dorp Vața de Sus, die de archieven onderzocht, blijkt dat, door een vonnis van het Hof van Arad, het huwelijk tussen Jozef en Creştina eindigde in 1922. Moeder van Vader hertrouwde in het dorp Hălmagiu, onder de naam Dărău en overleed op 6 december 1951.
Tijdens de middelbare school, heeft adolescent Boca Zian echt genoten van wiskunde, natuurkunde, religie, kunst en muziek. Na het afmaken van middelbare school en baccalaureaat genomen bij de eerste presentatie, hij was geneigd aan de positieve wetenschappen. Uit hetzelfde bron blijkt dat hij de baccalaureaat nam in Deva. Als hij rijkdom had of de verzorgers zouden hebben gegarandeerd voor hem, zou hij de “Luchtvaart” in Cotroceni gaan studeren. Hij had geen financiële steun, zodat overwon de contemplatieve neiging of speculatieve en in 1929 is hij toegetreden tot de Theologische Academie van Sibiu, die vervolgens was de meest toegankelijke Hoge school voor jongeren met beperkte materiële mogelijkheden uit Transylvanië. De Academie werd gesteund door Metropoliet van Transsylvanië, die voorbereide hier de toekomstige priesters en gaf aan de goede studenten beurzen en subsidies.
Onder professoren in de theologie van Vader Arsenie vermelden wij Nicolae Colan, die op 30 april 1929, zal worden bisschop van Cluj gekozen, priester Nicholas Terchilă, priester Nicolae Neaga en Dumitru Stăniloae, met wie zal hij werken aan het vertalen en het afdrukken van de eerste vier volumes van de Filokalia.
De jongeman Zian Boca valt snel tussen zijn collega's op door de betrouwbaarheid en uitstekende vaardigheden door middel van een ascetisch leven en religieuze ervaring die hem de naam van de Heilige zal trekken, maar niet ironisch, maar op basis van zijn deugden en bekwaamheiden. Zijn Proefschrift van Theologische Academie samenvatte zijn inspanningen voor de innerlijke volmaaktheid van de mens en droeg de titel: “Beproevingen op het geestelijk leven”.
Zian Boca was in de derde en vierde jaar van de studies de verpleegkundige van de Theologische Academie en profiteerde van een aparte kamer met een kleine badkamer op de gang. Hij kon daar studeren in alle rust en in staat zijn om te zorgen voor zijn talent voor tekenen en schilderen. Wanneer Zian Boca in het vierde jaar van de studies was, in 1932-1933, heeft hij als docent en jongeman Nicolae Popovici gehad, die terug van studie in het buitenland was, waar hij werd gestuurd door metropoliet Nicolae Balan. Nicolae Popovici heeft gedoceerd bij de studierichting Dogmatiek en Apologetiek, daarna Homiletiek. Op 1 september 1929 werd hij diaken celib verklaard en later verkozen tot bisschop van Oradea.
Een bijzonder gevoel van waardering heeft de jonge leraar en leerling Zian Boca gebonden, wat resulteerde in een voorstel van professor Nicolae Popovici aan metropoliet Nicolae Balan om een beurs te verlenen aan de Kunst Academie in Boekarest om zijn artistieke talent te voltooien en om schilder te worden.
Hij heeft de Theologie in 1933 afgestudeerd. Metropolitan Nicolae Bălan, toen hij op de hoogte was van zijn talent in tekenen en schilderen, stuurde hij hem het volgende jaar aan de Kunst Academie in Boekarest, die hij eindigde in vijf jaar, 1933-1938. In Boekarest heeft hij de cursussen van christelijke mystiek bijgewoond, die Nichifor Crainic, hoogleraar aan de Theologische Faculteit hield.
In 1935, Boca Zian, werd “hypodiaken” gemaakt, in Sibiu. Diaken wijding vond plaats op 11 september 1936.
Op 12 maart 1939 ging hij op de berg Athos, Griekenland, om de monnikendom daar te leren. Hij is op 8 juni 1939 terug gekomen naar Roemenië.
Van Athos, Vader Arsenie Boca en Seraphim Popescu hebben de manuscripten van Filocalia gebracht, die vervolgens Vader Dumitru Stăniloae vertaald heeft en uitgegeven. Hij was geholpen door Vader Arsenie, die hij ook hem noemde als oprichter van Roemeense Filocalie. De eerste vier delen verschenen grotendeels dankzij Vader Arsenie, die in het Roemeens heeft de vertaling gekopieerd, met zijn onmiskenbare handschrift. Hij maakte ook de dummy van de kaften.
In de herfst van 1939, Vader Arsenie ging naar Kishineu, Bassarabië, waar hij leerde metalo-plastie techniek in de schilderkunst.
Op de eerste vrijdag na Pasen 1940, werd tot monnik gewijd en kreeg de naam Arsenie. Toen was hij de eerste en enige monnik in het Klooster Brâncoveanu.
Op 10 april 1942, op het Feest van Brâncoveanu klooster, Vader Arsenie wordt priester gewijd (priester monnik) door metropoliet Nicolae Balan, tijdens een plechtige Heilige Liturgie, omringd door een groep priesters. Op dat moment, de Metropoliet noemde hem als een biechtvader en abt van het Klooster Brâncoveanu.
Direct na zijn wijding als priester, biechtvader en abt, zal hij, met kracht en apostolische geest en zelfs profetisch, de unieke beweging van Sâmbata beginnen. Een beweging van morele en religieuze herleving van gelovigen. Al snel wist hij rond hem zijn discipelen te verzamelen; sommigen zullen priesters, monniken en nonnen worden.
Hij werd voor het eerst in juli 1945 gearresteerd in Bistrița klooster, bij Vâlcea, verhoord in Râmnicu Vâlcea, vervolgens overgedragen aan Generale Veiligheid in Boekarest. In dezelfde maand, rond 30 juli 1945, werd hij vrij gelaten. Vervolgens werd hij tot het einde van zijn leven gevolgd en bewaakt.
Vader is weer gearresteerd en ondervraagd in Făgaraş en Braşov in 1948. In november 1948 werd hij verplaatst naar het klooster van Prislop, Haţeg, Hunedoara district. In 1951 werd weer het klooster Prislop gearesteerd en meer dan een jaar gestuurd in de werkkampen van de Donau-Zwarte Zee-kanaal.
In november 1955 werd hij opnieuw gearresteerd en verhoord in Timișoara. Daarna vastgezeten in de gevangenis uit Jilava en Oradea, waaruit werd hij vrijgelaten in april 1956.
In 1959 abusievelijk en onjuist werd zijn monnikendom verwijderd en is hem verboden om te dienen bij het altaar. Hij kreeg een ban als schilder in de Ateliers van de Patriarch van Boekarest. Hij schilderde in de kerk “H. Elefterie”, Boteanu Kerk in Boekarest en de kerk in het dorp Bogata, Brașov. Vanaf 1968, 15 jaar lang schilderde hij de kerk in het dorp Drăgănescu.
Duizenden en duizenden mensen hebben hem altijd gezocht voor advies en begeleiding.
Hij is op 28 november 1989 overleden, in Sinaia, waar hij een kleine atelier had in zijn huis.
Hij werd begraven op 4 december 1989 in het klooster Prislop.
We danken de heer Costin Manoliu voor deze biografie van Vader Arsenie.