Een onderwijzer ontmoette onderweg een kind. Het was niet de tijd om in school te zijn, maar ook nog niet de tijd om op straat rond te dwalen. De man begon een gesprekje.

- “Wie is je papa?”
- “Mijn papa is de duivel, mijnheer.”
(De onderwijzer verstijfde.)
- “En wat is je naam?”
- “Mijn naam is Satan, mijnheer.”
- “En waar woon je?”
- “Ik woon in de Hel, mijnheer.”

De onderwijzer schrok van dit meedogenloos antwoord en ging op onderzoek uit. Hij wou weten hoe het kwam dat dit kind een dergelijk antwoord had gegeven. Hij kwam tot een verbijsterende vaststelling.

Al te vaak hoorde het kind zijn moeder haar dronken echtgenoot toeroepen: “Jij, duivel! Kom jij met je dronken kop weer naar huis om bij mij te kunnen slapen?” De vader staarde haar aan, balde zijn vuisten en slingerde haar ongegronde verwijten naar het hoofd. Het bange kind vluchtte wenend naar zijn moeder, die het echter voorzichtig wegduwde, terwijl zij (tot haar man) riep: “Ga weg, Satan, en val me niet meer lastig in deze hel!”

Daarom meende het kind dat zijn vader de duivel was, dat zijn naam ‘Satan’ was en dat ze in de hel woonden.

Gastenboek

Laat een bericht achter in ons gastenboek!

gastenboek

Ga naar boven