Wanneer we onthouding zien als een voorwaarde voor de gezondheid van het zenuwstelsel en ontucht als een weg naar onevenwicht, is het belangrijk de biologische en psychologische grenzen van dit gebod te bepalen om een opzettelijk foutief begrijpen, het bijhorend gemor en een mogelijke storm van protest en woede te voorkomen.

Sommige mensen menen dat zij een leventje kunnen leiden naar hun eigen (blind) verlangen en niemand durft hen de waarheid te vertellen. Zelfs auteurs, die dit thema in hun boeken behandelen, geven aan mensen een armzalig advies. Vaak wordt er voor dieren op een ernstiger wijze geadviseerd. Een dokter die meent dat hij zijn patiënten louter lichamelijk kan behandelen, zonder acht te slaan op de ziel en op God, de Auteur van Meester van het leven, is op de keper beschouwd misschien enkel maar een goede veearts. Zij die geen acht slaan op de ziel, slaapwandelen door het leven: ze willen niets weten van enig oordeel, van morele grenzen of van een terechtwijzing van hun libertinisme, dat hen gevangen houdt.

Op dit punt wil ik de psychologie en het gebruik van medicijnen ter sprake brengen vanuit het standpunt dat deze de wetenschap als een preventief gegeven in deze zaak benaderen. Het is geenszins mijn bedoeling ook maar iemand naar de Hemelpoorten te dwingen: ik wil enkel het probleem duidelijk in beeld brengen en de lezer uitnodigen een gewetensvolle en heilzame beslissing te treffen door de endocriene en morele gegevens met elkaar te vergelijken. 

Er bestaat een indringende wisselwerking tussen de kwaliteit van ons lichaam en het karakter van onze ziel. Een (voor)beeld is hierbij illustratief. Een rimpelloze vijver slaapt vredig onder de volle maan. Iemand gooit twee stenen in het water, dat twee cirkelgolven in een uitdeinend en elkaar overlappend patroon uittekent in het licht van de maan. In dit voorbeeld kunnen lichaam en ziel de twee stenen zijn: zo beïnvloeden de golven van ons lichaam ook de golven van onze ziel. Of is ons lichaam de vijver en onze ziel de weerspiegeling van de maan, ze hebben beide een verschillende natuur. De rimpeling van het water weerspiegelt de maan op een andere manier dan een stille vijver.

Zo ook beïnvloeden onze hormonen door het lichaam onze geest. Dat gebeurt bij een man op een ander wijze dan bij de vrouw. Een man ontvangt naast zijn lichamelijke constitutie ook een gevoel van zijn man-zijn. Zijn intellectuele kwaliteiten domineren de mogelijkheden tot aanvoelen. Zijn geesteskracht ligt in het scheppende, het creatieve. De man wordt samen met anderen actief. Hij neigt eerder naar heerschappij dan naar gehoorzaamheid, eerder naar brutaliteit dan naar tederheid. Hoe groter deze verschillen zijn, hoe agressiever ook het karakter van de man. Het lijkt mij dat hierin de aanzet van arrogantie te vinden is.

Misschien ligt hier ook de oorzaak van het feit dat mannen zich niet willen onderwerpen, zelfs niet aan God en zelfs niet als angst hen daartoe dwingt. Een vloek is op dat ogenblik het meest expressieve woord: ze vervloeken God of alle heiligen. Dit agressieve, mannelijke karakter vinden we ook terug in de dierenwereld. Een man denkt met al zijn organen.

 Het vrouwelijk hormoon, het foliekel, heeft een totaal andere activiteit. Naast het belang op anatomisch vlak is de activiteit van dit hormoon vooral gericht op het moederschap, dat ook de sporen uit de kindertijd bewaart en koestert: een lieve stem, een kinderlijke (gelaats)trekken, vriendelijke omgang, vooral met kinderen. De vrouw is eerder gevoelig dan intellectueel, eerder ontvangend dan scheppend. Het aanvoelen is eerder instinctmatig dan beredeneerd. Haar geest is haar hart. Ze voelt zich eerder gelukkig in een gehoorzame en lijdende rol dan in een gezagsvolle en bevelende rol. Of zoals de Schrift voorzegt: “Naar uw man zal uw begeert uitgaan en hij zal over u heersen.”1  Op fysiologisch vlak is er dus een opmerkelijke discrepantie tussen het man- en het vrouw-zijn.

Voor een man is het leven, net zoals voor het dierenrijk, het leven een avontuur, waarbij de vrouw hem tegemoetkomt. Polygamie behoort tot de aard van de man: het veelvrouwendom kwam eertijds bij de Herbreeën voor, in een niet zo ver verleden ook nog bij de Turken. De wijze Salomon had duizend vrouwen, maar dat eiste zijn tol: ze verwarden zijn geest, zodat hij zich van God verwijderde: “En hij heeft als vrouwen gehad zevenhonderd vorstinnen en driehonderd bijvrouwen. En zijn vrouwen verleidden zijn hart. Het geschiedde namelijk, toen Salomo oud geworden was, dat zijn vrouwen zijn hart meevoerden achter andere goden, zodat zijn hart de Heer, zijn God, niet volkomen was toegewijd gelijk dat van zijn vader David.”2

Bij een vrouw richt zich alles op het moederschap. Zelfs haar redding wordt bepaald door de geboorte van kinderen, als zij wijs volhardt in geloof, liefde en heiligheid: “Doch zij zal behouden worden, kinderen ter wereld brengende, indien zij blijft in geloof, liefde en heiliging, met ingetogenheid.”3

Er is een reëel biologisch conflict tussen het instinct dat het veelvrouwendom nastreeft en het moederinstinct en dit is voorwaar de bron van vele tragedies. De wensen van de man komen niet overeen met deze van de vrouw. Daarom werden aan de mens Hemelse normen en een geest gegeven, zodat er levenswijze kon gevolgd worden, die met de menselijke natuur correspondeert. Het is een spirituele en morele duidelijke rangorde, die de geestelijke chaos en de morele tegennatuurlijkheid bestrijdt, waardoor niet alleen de mens, maar ook zijn nageslacht in rampspoed dreigden terecht te komen.

Ik heb hier de relatie tussen de endocrinologie, neurologie en psychologie nog niet volledig in kaart gebracht, want ook de erfelijkheidsleer speelt hierbij een belangrijke rol. Een eindeloze optocht van noodlijdende mensen dwingt mij hun pijnen en ellende te beschrijven.

Laat mij hier de lezers herinneren dat de natuur het zo heeft beschikt dat ons gehele lichaam, en in het bijzonder ons zenuwstelsel, zich goed ontwikkelen dankzij de geslachtshormonen, zij het met de voorwaarde van matigheid en beperking. Daarom is het ten zeerste aanbevolen dat jongeren, zowel jongens als meisjes, hun zuiverheid en maagdelijkheid bewaren, tot ze wettelijk gehuwd zijn. Dit wonder is zowel mogelijk als noodzakelijk. Deze visie wordt door steeds meer artsen bevestigd en gedeeld, ook al zal menig dokter niet bekennen dat de mens in werkelijkheid meer is dan wat de geneeskunde beweert en leert. We zullen zien dat zijn rampzalige situatie de mens onvoorwaardelijk zal dwingen zich te schikken naar de door God bepaalde, heilzame orde, waarin de menselijke natuur, zijn moraliteit en zijn geestelijk leven hun eigen bijdrage leveren.     

1  Gen. 3,16
2  1Kon. 11,3-4
1Tim. 2,15

Gastenboek

Laat een bericht achter in ons gastenboek!

gastenboek

Ga naar boven